Volg onze EKH-keurmeesters | deel III - Beveiliging & Veiligheid
Volg onze EKH-keurmeesters bij het keuren van hijsinstallaties. In deze speciale blogreeks nemen wij u maandelijks mee achter de schermen van een keuring.
Elke maand lichten wij een klein deel van het keuringsrapport voor u uit. Deze maand is er gekozen voor het kopje 'Beveiligingen / Veiligheid'.
Wat staat er onder het kopje 'Beveiligingen / Veiligheid'?
Hieronder vindt u een overzicht van de keuringspunten die onder de beveiligingen en veiligheid van een hijsinstallatie vallen:
1. Ontspoor- / opwipbeveiliging (B.L.)
2. Ontspoor- / opwipbeveiliging (O.H.)
3. Stormverankering
4. Overlast beveiliging
5. Beveiliging overbelastingsstroom
6. Werk- / eindschakelaars hijsen
7. Voor- / eindschakelaars katrijden
8. Voor- / eindschakelaars kraanrijden
9. Botsbeveiliging
10. Zone- / inblokbeveiliging
11. Noodstopvoorziening
De focus in deze blog ligt op 'Ontspoor- / opwipbeveiliging', 'Botsbeveiliging', en 'Noodstopvoorziening'.
Ontspoor- / opwipbeveiliging
Het moet te allen tijde uitgesloten zijn dat, bij welke weerstand van de kraan ook, de kraan of de loopkat ontspoort of het loopvlak verlaat, ook indien de last losschiet. Bij mogelijk sterke vervuiling van de rail dient een railafstrijker het verliezen van contact tussen kraan en rail te voorkomen. De beveiliging moet voldoende sterk zijn om de krachten te kunnen opvangen. Ingeschat moet worden hoe groot, rekening houdend met alle gebruiksomstandigheden, de kans is dat de kraan of loopkat de rails verlaat.
Op onderstaande afbeelding ziet u dat onze monteur de opwipbeveiling op de juiste manier monteert. Deze is namelijk in eerste instantie andersom geplaatst, in verband met het vervoeren van de kat.
Botsbeveiliging
Wanneer meerdere vaste of op rails voortbewogen hijskranen of hijswerktuigen tegelijkertijd bewegingen kunnen uitvoeren waarbij kans op botsingen bestaat, moeten zij worden uitgerust met systemen waarmee dit gevaar kan worden vermeden. De naderingssnelheid mag maximaal 0,3 m/s bedragen, bij twee kranen onderling dienen beide rijsnelheden te worden opgeteld. Is de rijsnelheid hoger, dan moet de snelheid door middel van een vooreindschakelaar verlaagd worden.
In deze korte video ziet u dat de kraan langzamer gaat rijden en stopt, terwijl onze keurmeester de knop op het bedieningspaneel vast blijft houden.
Noodstopvoorziening
Met de noodstopvoorziening moeten gevaarlijke bewegingen direct kunnen worden stopgezet. De gehele installatie of het gevaar veroorzakende deel komt door het gebruik van de noodstopvoorziening tot stilstand.